Onderwijsexperts maken zich grote zorgen over de ‘leerachterstand’ in het onderwijs. Er wordt gepleit voor zoveel mogelijk onderwijs en doceertijd waarin kennisoverdracht centraal staat. Prof. Wouter Duyck stelde daarom voor om voorrang te geven aan de ‘essentiële’ vakken en om de ‘minder essentiële’ vakken, waaronder Lichamelijke Opvoeding, achterwege te laten. Zijn uitspraken zijn exemplarisch voor die van een aantal onderwijsexperts. Het lijkt in dit discours alsof de mens herleid wordt tot de bovenste tien centimeter. Het lichaam wordt verengd tot een vervoermiddel om het hoofd van klas naar klas te brengen. De onmiskenbare link tussen een goede fysieke paraatheid en een optimaal mentaal functioneren wordt hier totaal miskend.
Vandaag moeten we dit meer dan ooit in vraag durven te stellen.
Ons onderwijssysteem is haast eenzijdig cognitief georiënteerd. Het is georganiseerd als massaonderwijs, erop gericht om zoveel mogelijk leerlingen af te leveren aan het hoger onderwijs en om op die manier de arbeidsmarkt te voorzien van nieuwe arbeidskrachten. Gedetailleerde eindtermen, uitgebreide testen en de PISA-metingen vormen de leidraad.
Maar het is niet zo eenvoudig. Leerlingen die lang op een stoel kunnen zitten, leesbare notities kunnen maken, goed kunnen analyseren, structureren, memoriseren én op het examen kennis kunnen reproduceren, hebben geluk. Dan hebben zij de talenten die passen bij het onderwijs. Leerlingen die al die talenten niet hebben, hebben dikke vette pech. Zij komen nog al te vaak terecht in een destructief afvallingssysteem. Hoe hoger de lat wordt gelegd, hoe meer afvallers. Jonge mensen die niet aan de verwachtingen kunnen voldoen.
Zestig procent van de jongeren die kampen met psychische problemen geeft “het niet kunnen voldoen aan verwachtingen van anderen” als oorzaak van hun problemen. Dat verwachtingspatroon is dus hét recept voor psychische problemen. En voor het ontstaan van alle mogelijke labels voor jongeren die gewoon geen aanleg hebben om op een klassieke manier gedoceerd te worden. Ze ontwikkelen een negatief zelfbeeld om pas als volwassene te beseffen dat zinvol werk ook voor hen mogelijk is mits de juiste context.
Bovendien leiden we op dit ogenblik jonge mensen op voor tal van beroepen die er in de toekomst niet meer zullen zijn. Ontelbare werkplekken zullen door innovatie plaats ruimen voor rollen en functies die we vandaag nog niet kunnen bedenken. De arbeidstijd zal steeds meer kwalitatief worden ingericht. De vele burn-outs en depressies maken duidelijk dat er iets fout is aan de manier waarop we leerlingen opleiden en dat er iets fout is met de manier waarop we naar arbeid en werk in deze samenleving kijken. Daar draagt het onderwijssysteem mee verantwoordelijkheid voor.
Uiteraard is het belangrijk dat kinderen en jongeren met aanleg alle kansen krijgen en gestimuleerd worden om een zo goed als mogelijk diploma te behalen. De lat mag, ja moet, hoog liggen. Maar er is in dit ontwikkelingsproces zoveel meer dan STEM. De missie van onderwijs is in de eerste plaats om jonge mensen te vormen zodat ze een zinvolle bijdrage kunnen leveren aan de samenleving, de zorg, de economie en cultuur. Ieder met zijn/haar mogelijkheden als volwaardig mens. De opdracht van onderwijs is om zo divers mogelijke contexten aan te reiken, zodat de intrinsieke motivatie wordt geprikkeld en de zo diverse talenten worden wakker gemaakt bij alle leerlingen. Hierdoor kunnen ze door hard te werken een weg bouwen naar een zinvolle toekomst. Ze zullen zo ook veel meer inspanning willen en kunnen opbrengen om te werken aan de brede kennisbasis die in het onderwijs wordt aangereikt. Ze zullen zo ook nog meer leren om door te zetten omdat er iets is wat ze willen bereiken in het leven.
Dat bekent veel verder denken dan in termen van ‘essentiële’ en ‘niet essentiële vakken’. Het gaat vandaag meer dan ooit om de ontwikkeling van een gezonde geest in een gezond lichaam, het evenwaardig ontwikkelen van een fysieke cultuur naast een cognitieve cultuur. Het belang van een gezond lichaam en de impact van een ongezonde levensstijl op de economie is meer dan ooit duidelijk gemaakt in deze coronatijden. De curves van obesitas, type 2-diabetes en heel wat leefstijlaandoeningen stijgen al jaren, veel sterker dan de besmettingscurve van COVID-19. Het afvlakken van deze curves begint aan de basis, bij de jongeren. Het onderwijs heeft hier een belangrijke verantwoordelijkheid op te nemen.
Leren betekent dat je op een evenwichtige manier leert leven. Het gaat meer dan ooit ook om het verwerven van zelfinzicht, het bouwen aan een positief zelfbeeld en om het vermogen om kritisch na te denken en jezelf in vraag te stellen. Het gaat om je rol als burger op te nemen in de samenleving en om op een bewuste manier keuzes te leren maken in het materiële. Het gaat om de ontwikkeling van de liefde voor taal, wetenschap én kunst. En om te leren polarisatie te overstijgen bij persoonlijke en maatschappelijke vraagstukken.
Het is tijd om de ontwikkeling van de hele mens – fysiek én cognitief – opnieuw centraal te zetten in het onderwijs. Om te bouwen aan de samenleving van morgen, waar gezonde, (zelf)kritische volwassenen bijdragen aan persoonlijke, economische en maatschappelijke groei.
Auteurs en initiatiefnemers: Luk Dewulf (Kiezen voor Talent) en Paul Van Den Bosch (Topsportcoach).
Medeondertekenaars: Koenraad Belsack (CEO Upgrade Estate), Elise Beyst (Director Talent Acquisition at talent.brussels), Dr. Luc Colemont (Stop darmkanker), Prof Els Consuegra (Onderwijskunde VUB), Bart Desmet (Voorzitter Ageas), Kristof De Smet (CEO Energy Lab), Elke Geeraerts (CEO Better Minds at Work), Piet Goddaer (Ozark Henry), Prof. Geert Meyfroidt (intensivist Gasthuisberg KULeuven), Sven Nys (gewezen topsporter), Dr. Peter Peytchev (Cardioloog OLV-ziekenhuis Aalst), Axel Smits (CEO PWC), Johnny Thijs (voorzitter Electrabel), Barbara Torfs (Gedelegeerd bestuurder bij Bond zonder Naam), Wouter Torfs (CEO Schoenen Torfs), Prof. Guy T’Sjoen (diensthoofd endocrinologie UZ Gent), Nele Van Damme (CEO Upgrade Estate), Bob Verbeeck (CEO Golazo), Hans Wilmots (CEO BioRics).